Een ballonvlucht is enorm gevoelig aan slechte weersomstandigheden. Er zijn vier belangrijke factoren die een ballonvlucht onmogelijk maken.

1. Regen – De kwaliteit van de vlucht gaat dermate achteruit bij regenweer. De veiligheid van de vlucht komt zo ook in het gedrang. Vliegen bij regenweer tast tevens de levensduur van de luchtballon aan.

2. Te harde windsnelheid – Van zodra de voorspellingen windsnelheden van meer dan 10 knopen aangeven is het niet veilig om te ballonvaren. Dit is te vergelijken met een windsterkte van 3 tot 4 beaufort.
De landingsimpact bij een windsnelheid van meer dan 10 knopen is te groot zodat dit kwetsuren kan veroorzaken.

3. Onvoldoende zichtbaarheid– Mistige omstandigheden brengen een verlaagde zichtbaarheid met zich mee. Door veiligheidsredenen is een ballonvaart verboden bij een horizontale zichtbaarheid van minder dan 5000 meter.

4. Een onstabiele luchtmassa – De onstabiele luchtmassa kan een onbedoelde stijging of daling van de luchtballon teweeg brengen. Een ballonvaarder heeft zijn luchtballon zo niet meer onder controle.